4420 Leestekens (interpunctie)
Met leestekens (de interpunctie) help je de lezer om de tekst goed te begrijpen. Ze vervangen de intonatie die je toepast als je de tekst hardop voorleest: een relatief lange pauze aan het einde van de zin (punt), een korte pauze tussen twee bijzinnen (komma), de stijgende toon bij een vraag (het vraagteken), enzovoorts.
Als je je tekst hardop voorleest kan je dus in principe horen waar welke leestekens moeten staan. Daarnaast zijn er vele richtlijnen en regels voor het toepassen van leestekens. Die kan je nalezen in Handboek NL van Van Dale (scroll in het kader links ver naar beneden naar het Handboek NL en zoek op ‘leestekens’), en bij Jan Renkema, Schrijfwijzer.
Hieronder vind je enkele van de belangrijkste aspecten.
Plaats de komma in ieder geval daar waar je bij voorlezen een korte rust hoort.
- De zichtlijnen komen samen in het koor van de kerk, wat ook de aandacht van de gelovigen richt op het centrum van de liturgische handelingen.
Met komma’s scheid je onderdelen van een opsomming.
- Hij volgde lessen aan academies in Parijs, Rome en Berlijn.
Soms plaats je een komma voor en om de leesbaarheid van een zin te bevorderen.
- Hij volgde lessen aan academies in Parijs, Rome en Berlijn, en bekwaamde zich verder door studie in de natuur.
Soms plaats je een komma om de betekenis van een formulering te bepalen. De volgende twee zinnen verschillen in betekenis.
- De kunstenaars, die aangesloten waren bij het Lucasgilde, wisten zich beschermd door het stadsbestuur. (een uitbreidende bijzin)
- De kunstenaars die aangesloten waren bij het Lucasgilde, wisten zich beschermd door het stadsbestuur. (een beperkende bijzin)
Je zet een komma na echter, kortom, immers of trouwens aan het begin van een zin.
- Echter, realisme is een complex begrip.
NB: Na de komma achter Echter komt altijd eerst het onderwerp (realisme) en dan pas het werkwoord (is).
Let op: Zinnen met veel komma’s zijn voor een lezer niet prettig. Je kan dergelijke zinnen doorgaans beter splitsen.
In de academische schrijftaal zal je de puntkomma maar weinig toepassen.
Ten eerste gebruik je de puntkomma om twee zelfstandige zinnen bijeen te houden als die inhoudelijk sterk samenhangen. Je plaatst de puntkomma dan dus daar waar ook een punt had kunnen staan.
- Zijn vroegst bekende schilderij is gedateerd 1620; het jongste werk dat bewaard is gebleven schilderde hij in 1670.
Verder kan je de puntkomma gebruiken in opsommingen met lange onderdelen.
- In het bonte gezelschap dat hier is afgebeeld herkennen we verschillende bevriende literatoren en hun echtgenotes; enkele dichters die wegens gebrek aan talent aan lager wal geraakt waren; twee dames die vermoedelijk model gestaan hebben voor de elegante portretten waarmee Henry enkele jaren eerder goede zaken had gedaan op de Salon; en de oude knecht van de meester.
In de academische schrijftaal gebruik je de puntkomma dus niet voor een aankondiging. Daarvoor dient de dubbele punt.
De dubbele punt gebruik je op twee verschillende manieren.
Ten eerste markeer je met een dubbele punt een aankondiging of uitleg.
- Het daaropvolgende jaar kwam de oogst van die inspanningen: een opdracht van de Engelse koning.
- Vanderheyden ging vanaf 1964 experimenteren met allerlei nieuwe technieken: fotografie, video, televisie en installaties.
Verder pas je de dubbele punt vaak toe voor de introductie van een citaat.
- Zo schreef Mondriaan: ‘Maar eerst het neo-plasticisme heeft de lyriek vervangen door het zuiver beeldende.’
Let op: Als het citaat precies past in de loop van de zin plaats je geen dubbele punt.
- Zodoende stelde Mondriaan ‘dat in neo-plastische kunst de rechthoekige stand de essentieele questie is, dus de aldus verkregen verhouding en niet het al of niet verticale en horizontale.’
De punt als leesteken markeert het einde van de zin, waarna de nieuwe zin begint meteen hoofdletter. Als je de tekst hardop voorleest hoor je daar waar de zin eindigt een lange rust.
Voorbeelden van ten onrechte samengevoegde zinnen, met alternatieven