Academische vaardigheden kunsthistorici

Voorbeeld 3230 beeldbeschrijving installaties, nieuwe media en dergelijke

Technische gegevens

Titel: Spider

  • Kunstenaar: Louise Bourgeois (1911, Parijs – 2010, New York)
  • Datering: 1997
  • Afmeting: 444,5 x 665,5 x 518 cm
  • Materialen: staal, tapijt, hout, glas, textiel, rubber, zilver, goud, bot
  • Collectie: Easton Foundation, New York, Verenigde Staten
  • Foto: Maximilian Geuter/The Easton Foundation / VEGAP, Madrid

Beschrijving

Spider wordt gevormd uit een grote cilindervormige kooi, bestaande uit hekwerk. Ook de vloer en het plafond van de structuur bestaan uit hekwerk. Vanaf het plafond ontvouwt zich een spinachtige structuur met dunne poten die op enige afstand van de cilinder naar beneden reiken. De puntige uiteinden van de poten raken de vloer. Sommige poten staan dichter bij de cilinder, andere iets verderaf. Deze monumentale verschijning contrasteert met de vele kleinere onderdelen en details die de installatie rijk is. De cilindervormige kooi heeft een deur die is bekleed met tapisserie. De deur staat op een kier. Het geweven tapijt ziet er versleten uit. Het bevat een natuurscene, in vooral bruine, groene en blauwe tinten, waarop we een slang zien die een zwaan lijkt aan te vallen. De kooi zelf is rondom bedekt met tapijtfragmenten, alle versleten, en in de roosters van de kooi zijn kleine objecten geplaatst. Zo zien we bijvoorbeeld een tapijtfragment waarop gekroonde hoofden te zien zijn en een vliegende uil. Het gezicht van een van de figureren is uitgeknipt. Bovenaan is ook een groot fragment bevestigd waarop we een jonge vrouw zien die een classicistische, architecturale kroonlijst decoreert. In het rooster zijn twee kleine holle botten aangebracht. Ze vormen als het ware een verbinding tussen buiten en binnen. Door de roosters zien we in de kooi ook kleine, glazen potjes, een rubberen kegel waarop naalden, medaillons en een spiegeltje zijn geprikt of gehangen. Voorts is er ook een hanghorloge aan een ketting alsook een klein, openstaand fotodiptiek. Centraal in de kooi staat een stoel, een zogenaamde safaristoel, duidelijk van Deense makelij en afkomstig uit de jaren zestig. De zitting en rugleuning zijn bedekt met tapisserie waarop onder andere slangen zijn te zien alsook een gordijnkwast. Leunend tegen de kooiwand staat binnenin een schuin geplaatst, op een houten rechthoekig frame opgespannen stuk tapisserie waarop de voet, het been en een stuk gewaad te zien zijn van een lopende figuur. Centraal in de kooi, aan het plafond, hangt een stalen mand met daarin glazen bollen.

Spider kan verschillende associaties oproepen. De spin zal voor de ene beschouwer angstaanjagend zijn, maar voor de andere niet. De kooi kan ervaren worden als iets weerbaars, een gevangenis, maar door de open deur en de vele verbindingen tussen buiten en binnen ook als een uitnodigend gegeven,  iets opens, transparants.  Het gebruikte staal is een hard materiaal, de tapisserie is zacht. De kooi heeft een strak geometrische vorm, heel overzichtelijk en bevattelijk, terwijl de spinnenpoten grillig, puntig zijn. De verweerde en rafelige staat van de tapisserie en de iconografie (klassieke architectuur, kronen …) roepen verleden tijden op. De beleving ervan – de fysieke, gevoelsmatige en zintuigelijke verkenning ervan, gebeurt echter in het nu. Hoe verhouden heden en verleden zich tot elkaar? Spinnenpoten blokkeren soms de weg: obstakel? Beschermt de spin haar nest? Waarom mogen we dan binnenkijken, dichtbij komen? Tegenstrijdigheden, leemtes (lege potjes, weggesneden gezichten, ontbrekende fragmenten), toegankelijkheid versus geslotenheid, stilstaande tijd (het hanguurwerk) versus voortschrijdende tijd (lopen, de eigen verkenning van het kunstwerk ) … maken deel uit van het werk en de beleving ervan.

Patrick Van Rossem