Academische vaardigheden kunsthistorici

4320 Precies formuleren

Het vraagt veel concentratie en energie om je gedachten nauwkeurig in woorden te vatten. Maar precisie loont. Daarvan vind je hier voorbeelden.

Precies formuleren betekent ook dat je niet tevreden kan zijn met vage aanduidingen als de romantiek kwam op, onder invloed van de renaissance, en door de tijdgeest. De geschiedenis wordt gemaakt door mensen die dingen doenVoorbeelden

In academische teksten die betrekking hebben op de geschiedenis, beschrijf je het verleden altijd in de verleden tijd. In een tekst over geschiedenis kiest je als auteur een bepaald punt in de tijd van waaruit je de gebeurtenissen beschrijft. Het Nederlands heeft een rijkdom aan onvoltooid en voltooide verleden tijden en verleden toekomende tijden, waarmee je zeer precies de geschiedenis kunt beschrijven.

Maar: voor iets wat te zien is op een schilderij of te lezen in een boek, gebruik je de tegenwoordige tijd, zelfs als het schilderij of het boek lang geleden gemaakt is. Het staat er immers nu.

  • Het schilderij werd gemaakt in 1673. Op het doek staan twee figuren.
  • Op het vroegste zelfportret van Rembrandt zien we al zijn fascinatie voor dit thema.
  • In 1995 publiceerde hij een omvangrijk boek. Daarin zingt hij de lof van de natuur.

Je kan twisten over het laatste voorbeeld, maar de meeste redacties vinden deze oplossing goed.

Voorbeeld diverse verleden tijden

Je stemt je woordkeus af op de historische situatie. Woorden als fanpromoten en impact zijn opvallend modern en vallen veelal uit de toon in teksten over het verleden.

Voorbeelden en alternatieven

Voor het beschrijven van het huidige heden en het heden in het verleden zijn specifieke begrippen. Vooral het gebruik van nu en hedendaags ligt gevoelig.

Uitleg over: nu, hedendaags, actueel, eigentijds, contemporain

In academische teksten kan je beeldspraak het beste zo veel mogelijk vermijden. Beeldspraak is immers altijd net niet een beschrijving van dat wat je eigenlijk wil zeggen. Met de meest gangbare vormen van beeldspaak loop je minder kans op misverstanden, maar een cliché is uiteraard ook geen goede keus. Bovendien werkt beeldspraak in geschreven teksten veel beeldender dan in spreektaal, waardoor er onbedoeld komische effecten kunnen ontstaan.

Voorbeelden van (te) beeldende beeldspraak, en alternatieven

Afbeeldingen, tabellen en grafieken spreken niet voor zich. De lezer kan alleen weten wat jij er in ziet als je dat vertelt.

Ook getallen, bedragen en percentages als zodanig zijn lege cijfers. Ze krijgen pas betekenis als je vertelt hoe je ze beoordeelt. Daarbij is exactheid tot achter de komma niet altijd verhelderend voor de lezer. Je kan als dat nodig is de exacte aantallen in een noot onderbrengen.

Voorbeelden van de betekenisvolle omschrijving van cijfers

Om je lezer maximale duidelijkheid te geven vermijd je woorden tussen aanhalingstekens, woorden gescheiden door streepjes, en passages tussen haakjes.
Een woord tussen aanhalingstekens vraagt van de lezer dat hij of zij er een andere betekenis aan geeft dan de gangbare. Wat wil je zeggen met de zin: Dit was bedoeld voor een ‘lekenpubliek’? Je kan daarom voor ‘lekenpubliek’ beter een woord kiezen waarmee je precies zegt wat je bedoelt.
Evenzo probeer je te vermijden dat je lezer moet raden wat je bedoelt met woorden gescheiden door streepjes, zoals: was/is. Bedoel je was én is, dan wel was óf is?
Als je de neiging voelt tekst tussen haakjes te zetten, kan je de volgende afweging maken. Is deze tekst echt belangrijk, dan gaat de formulering naar de lopende zin. Is de tekst eigenlijk niet belangrijk, dan kan de formulering weg of eventueel naar een noot.